Autoriteit Persoonsgegevens uit serieuze zorgen over privacyorganisatie Belastingdienst

De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) uit serieuze zorgen over onduidelijkheden rondom het beleggen van verantwoordelijkheden en de invulling van taken, en de gebrekkige centrale regie. Dit blijkt uit de documentatie die staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën meestuurt met een Kamerbrief over adviezen van de AP over de privacyorganisatie van de Belastingdienst.

De Belastingdienst staat vijf jaar onder toezicht van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Het doel van dit toezichtarrangement is om de acties van de Belastingdienst te kunnen volgen en te controleren. De AP biedt ook bij het duurzaam verbeteren van de bescherming van persoonsgegevens.

In het kader van dit toezicht heeft de AP in december 2024 twee adviesbrieven gestuurd. De AP constateert dat er sinds haar adviezen uit 2021 en 2022 positieve ontwikkelingen zichtbaar zijn in de staat van de privacyorganisatie van de Belastingdienst, maar ook dat er op een aantal punten dringend aandacht nodig is. De AP heeft met name serieuze zorgen over onduidelijkheden rondom het beleggen van verantwoordelijkheden en de invulling van taken, en de gebrekkige centrale regie.

Ook doet de AP een aantal aanbevelingen. De Belastingdienst krijgt onder andere het advies na te gaan of het wettelijk nodig is dat het BSN van een melder van een datalek wordt geregistreerd. Daarnaast is meer aandacht nodig voor het herkennen van inbreuken op de integriteit, vertrouwelijkheid en beschikbaarheid van persoonsgegeven onder de eigen medewerkers. Ook is onderzoek nodig naar de vraag of inbreuken op de beschikbaarheid van persoonsgegevens zijn opgenomen in het datalekregister. Daarnaast wordt aanbevolen de Functionaris Gegevensbescherming vaker en volgens een vaste gedocumenteerde te betrekken bij de afhandeling van datalekken.