Deze week behandelen we een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland inzake een afwijzing van een tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang tijdens corona. Verder behandelen we ook een uitspraak van de Rechtbank Zeeland of een winstuitkering terecht wordt aangemerkt als loon uit dienstbetrekking.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen recht heeft op een hoger bedrag aan tijdelijke tegemoetkoming kinderopvang voor de periode dat de kinderopvang door corona gesloten is geweest.
X heeft een kind dat naar de buitenschoolse opvang (BSO) gaat. Door de corona is de opvang gesloten. Op advies van de overheid heeft X de eigen bijdrage kinderopvang doorbetaald en heeft hij recht op een tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke tegemoetkoming KO (TKO). Door een onjuiste registratie van X van het aantal uren dat het kind per maand naar de BSO gaat, werkt het hanteren van een peildatum voor X nadelig uit. In geschil is of X recht heeft op een hogere tegemoetkoming.
Rechtbank Noord-Holland geeft aan begrip te hebben voor het feit dat X zich benadeeld voelt. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de mogelijk nadelige gevolgen van de onjuiste registratie door de wetgever nadrukkelijk onder ogen zijn gezien, en de reden waarom niet is voorzien in uitzonderingen voldoende is gemotiveerd. Het is niet aan de rechter om daarin te treden. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de winstuitkering verband houdt met de dienstbetrekking en dat de uitkering terecht is aangemerkt als loon.
X is in dienstbetrekking bij BV 1. In 2008 koopt X 4,9% van de aandelen BV 1 van BV 2. In 2012 verkoopt X zijn aandelen aan BV 3 voor € 330.000. BV 3 blijft € 200.000 schuldig. In 2017 ontvangt X een extra winstuitkering van € 25.000. Deze uitkering is tot X' loon gerekend. Volgens X is deze uitkering bedoeld als rentevergoeding voor de lening van € 200.000. In geschil is onder meer of de inspecteur het bedrag van € 25.000 terecht aanmerkt als loon uit dienstbetrekking.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de winstuitkering verband houdt met de dienstbetrekking en dat de uitkering terecht is aanmerkt als loon. Uit niets blijkt dat het de bedoeling was dat er rente verschuldigd zou zijn als BV 3 voldoet aan de aflossing op de afgesproken data. Voor X' stelling dat sprake is van een fout in de akte is geen bewijs. Pas een jaar na de laatste aflossing is de extra winstuitkering betaald. Als er al een rentevergoeding verschuldigd zou zijn geweest, dan was deze verschuldigd door BV 3 en niet door de X' werkgever BV 1. X' beroep is ongegrond.
Terug naar overzichtGeschreven op 29 Sept 2023
Afgelopen week is een uitspraak gedaan dat een professioneel mountainbiker loon geniet uit dienstbetrekking, geen winst uit onderneming.
Lees verderGeschreven op 26 Sept 2023
Het kabinet heeft op Prinsjesdag haar plannen voor 2024 bekendgemaakt. Hieronder staan de belangrijkste gevolgen voor u als ondernemer.
Lees verder