Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de activiteiten van X als veldhockeyspeler niet kwalificeren als onderneming. Volgens de rechtbank is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. De inkomsten die X geniet van A en B kwalificeren als loon uit dienstbetrekking.
Belanghebbende, X, is beroepsmatig actief als hockeyspeler. Vanaf 2016 staat X geregistreerd als BTW-ondernemer. X speelt voor sportclub A. Daarnaast neemt X in de periode 10 januari 2017-27 februari 2017 deel aan de Q-competitie in het buitenland. Hij sluit daartoe een overeenkomst met bedrijf B. X geniet verder nog inkomsten uit sponsorcontracten. In geschil is of X in 2017 IB-ondernemer is.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de activiteiten van X als veldhockeyspeler niet kwalificeren als onderneming. Volgens de rechtbank is namelijk sprake van een gezagsverhouding. De inkomsten die X geniet van A en B kwalificeren als loon uit dienstbetrekking. Van belang is daarbij dat X op grond van de gesloten overeenkomsten tegen een overeengekomen beloning gedurende een vastgestelde periode persoonlijk arbeid moet verrichten. Ook moet hij zich daarbij richten naar de aanwijzingen die hem door de werkgever worden gegeven. Verder kan X ook geen vertrouwen ontlenen aan een afgegeven VAR-WUO. Voor het jaar 2017 is namelijk geen VAR-WUO afgegeven en X is er op gewezen dat de VAR-WUO per 1 mei 2016 verdwijnt.
Terug naar overzichtGeschreven op 29 Sept 2023
Afgelopen week is een uitspraak gedaan dat een professioneel mountainbiker loon geniet uit dienstbetrekking, geen winst uit onderneming.
Lees verderGeschreven op 26 Sept 2023
Het kabinet heeft op Prinsjesdag haar plannen voor 2024 bekendgemaakt. Hieronder staan de belangrijkste gevolgen voor u als ondernemer.
Lees verder