Uw business sturen op basis van cijfers

Column: opvallende uitspraken week 12

Afgelopen week is er een uitspraak gedaan dat bij onduidelijkheid over creditfacturen er geen BTW-teruggave plaatsvind. Ook is er een uitspraak gedaan dat een verklaring van de huisarts voldoende onderbouwing is voor zorgkosten.

Geen BTW-teruggaaf bij onduidelijkheid over creditfacturen

Essentie

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op een BTW-teruggaaf in verband met de creditfacturen. Onduidelijk is namelijk op welke dienstverlening de creditfacturen zien en of er destijds BTW over is voldaan. 

Samenvatting

Belanghebbende, X, exploiteert een eenmanszaak en houdt de aandelen in A bv. Tijdens een in 2014 gehouden boekenonderzoek wordt vastgesteld dat er bij X geen administratie aanwezig is. In 2018 wordt wederom een boekenonderzoek bij X uitgevoerd. X geeft aan dat hij opnieuw geen administratie heeft gevoerd. Naar aanleiding van het laatste boekenonderzoek wordt aan X een BTW-naheffingsaanslag opgelegd over de jaren 2015 -2017. Volgens X is de aanslag echter te hoog omdat rekening moet worden gehouden met twee creditnota’s. 

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op BTW-teruggaaf in verband met de creditfacturen. Onduidelijk is namelijk op welke dienstverlening de creditfacturen zien en of er destijds BTW over is voldaan. Verder merkt het hof op dat X de facturen voor deze dienstverlening niet heeft overgelegd, dat niet is gebleken dat X ter zake van deze facturen een bedrag van € 20.000 of meer heeft ontvangen en dat ook niet is gebleken dat de uit dat bedrag gedestilleerde BTW in de naheffingsaanslag is meegenomen. Ook toont X niet aan dat sprake is van een prijsvermindering als bedoeld in art. 29 Wet OB 1968. De naheffingsaanslag blijft in stand.

 

Verklaring huisarts is voldoende onderbouwing van zorgkosten

Essentie

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de verklaring van de huisarts sterke bewijskracht heeft, tenzij X of zijn gemachtigde die verklaring nadien eigenhandig wijzigt of aanvult. 

Samenvatting

X claimt onder meer de forfaitaire aftrek van uitgaven voor extra kleding en beddengoed voor hemzelf en voor zijn echtgenote. In geschil is of de aftrek voor zijn echtgenote terecht is geweigerd. Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. Volgens de huisarts lijdt de echtgenote namelijk aan “incontinentie/onbedoeld vochtverlies”, terwijl X het zelf eerder had over “huideczeem/incontinentie” en “gebruik zalf/crème vrouw”. X gaat in hoger beroep. 

Hof Amsterdam oordeelt dat de verklaring van de huisarts sterke bewijskracht heeft, tenzij X of zijn gemachtigde die verklaring nadien eigenhandig wijzigt of aanvult, hetgeen hier is gesteld noch gebleken. De inspecteur stelt vergeefs dat de arts een expliciete keuze had moeten maken. Incontinentie is namelijk onbedoeld vochtverlies. Niet in geschil is dat als X recht heeft op de aftrek voor zijn echtgenote, de gehele persoonsgebonden aftrek moet worden toegestaan gelet op het correctiebeleid van de Belastingdienst. Het beroep van X is gegrond. In eerste aanleg is de redelijke termijn niet overschreden, omdat de uitspraakdatum van de rechtbank beslissend is en niet de dag van ontvangst door X. 

Terug naar overzicht

Column: Opvallende uitspraken week 39 2023

Geschreven op 29 Sept 2023

Afgelopen week is een uitspraak gedaan dat een professioneel mountainbiker loon geniet uit dienstbetrekking, geen winst uit onderneming.

Lees verder

Prinsjesdag 2023

Geschreven op 26 Sept 2023

Het kabinet heeft op Prinsjesdag haar plannen voor 2024 bekendgemaakt. Hieronder staan de belangrijkste gevolgen voor u als ondernemer. 

Lees verder