Column: Opvallende uitspraken week 3 2024

Afgelopen week is een uitspraak gedaan dat de schadevergoeding van ruim € 1,1 miljoen wegens oplichting niet aftrekbaar is van de winst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X door de strafrechter is veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.121.686. Hij mag dit bedrag niet ten laste van de winst brengen in verband met het vormen van een voorziening.

X geeft in het jaar 2018 een belastbare winst uit onderneming aan van € 38.720 in zijn aangifte IB/PVV. Nadat X schuldig is bevonden in een strafzaak en schadevergoedingen moet betalen van € 1.121.686, dient hij een tweede aangifte IB/PVV 2018. In geschil is of X een buitengewone last van € 1.121.686 ten laste van de winst mag brengen in verband met het vormen van een voorziening. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen voorziening mag vormen en ter zake van de vorming van die voorziening ook geen bedrag ten laste van de winst mag brengen. De voldoening van een geldbedrag wegens de ontneming van een wederrechtelijk verkregen voordeel kan pas ten laste van de winst worden gebracht op het moment dat het geldbedrag het vermogen van de belastingplichtige heeft verlaten. Het beroep van X is ongegrond.