Hof Amsterdam oordeelt dat in beginsel ten minste een gebruikelijk loon van € 44.000 in aanmerking moet worden genomen. X heeft een aanmerkelijk belang in C bv en heeft werkzaamheden voor de bv verricht. Daarbij geldt dat het loon van € 44.000 niet naar tijdsgelang wordt toegepast.
Belanghebbende, X, houdt de aandelen in C bv. In 2015 sluit C bv een contract met D SA en ontvangt C bv in totaal € 88.043 van D SA in verband met door X verrichte werkzaamheden. X neemt met betrekking tot de voor C bv verrichte werkzaamheden niets op in zijn IB-aangifte over 2015. De inspecteur legt een IB-navorderingsaanslag op aan X, waarbij hij een gebruikelijk loon van € 44.000 in aanmerking neemt. X is van mening dat het gebruikelijk loon tijdsevenredig moet worden vastgesteld, omdat hij in 2015 niet het hele jaar voor D SA heeft gewerkt. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de normbedragen voor het gebruikelijk loon niet tijdsevenredig worden vastgesteld. X gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat in beginsel ten minste een gebruikelijk loon van € 44.000 in aanmerking moet worden genomen. X heeft een aanmerkelijk belang in C bv en heeft werkzaamheden voor de bv verricht. Daarbij geldt dat het loon van € 44.000 niet naar tijdsgelang wordt toegepast. Dat X niet het hele jaar werkzaamheden heeft verricht, is dus niet van belang. Het hof wijst er daarbij op dat in 2015 € 88.043 op de rekening van de bv is ontvangen en dat aan X een auto ter beschikking is gesteld. De inspecteur heeft dan ook terecht een loon van € 44.000 in aanmerking genomen. Verder maakt X niet aannemelijk dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 44.000. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Terug naar overzichtGeschreven op 24 Mrt 2025
De Tweede Kamer heeft op 18 februari 2025 ingestemd met het wetsvoorstel Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers.
Lees verderGeschreven op 06 Mrt 2025
Er vindt momenteel een onderzoek plaats om betrouwbare cijfers te krijgen over de emigratie van vermogende personen naar landen met een gunstig fiscaal regime. Dat antwoordt Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën in antwoord op vragen van de Kamerleden Dassen (Volt) en Grinwis (ChristenUnie) naar aanleiding van het FD-artikel "Steeds meer miljonairs verhuizen naar belastingparadijzen".
Lees verder