Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een (alcoholisch) pauzedrankje welke bij de prijs van een entreekaartje zit inbegrepen, een zelfstandige prestatie is en het hoge tarief van toepassing is.
X exploiteert een theater. In de prijs van een entreekaartje zit een pauzedrankje inbegrepen, dat alcoholisch of non-alcoholisch is. X doet aangiften omzetbelasting en past voor de non-alcoholische pauzedrankjes het lage tarief en voor alcoholische pauzedrankjes het normale tarief toe. X is later van mening dat het lage tarief als enige van toepassing is en vraagt de te veel betaalde OB terug. X krijgt deze bedragen terug. Enkele maanden later legt de inspecteur een naheffingsaanslag op. In geschil is of het lage tarief van toepassing is.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De rechtbank overweegt dat het verstrekken van (alcoholische) drankjes in de pauze niet meebrengt dat dit de gebruikmaking van de hoofdprestatie, het bezoek aan de theatervoorstellingen, als zodanig optimaal maakt. Dit betekent dat het verlenen van toegang tot een voorstelling en het pauzedrankje als te onderscheiden en zelfstandige prestaties moeten worden beschouwd en het hoge tarief van toepassing is. Het beroep is ongegrond.
Terug naar overzichtGeschreven op 23 Jan 2025
In deze blog kijken we vooruit naar de mobiliteit in 2025, van autobelastingen tot de fiets van de zaak.
Lees verderGeschreven op 20 Jan 2025
In deze blog wordt je meegenomen door het financiƫle nieuws over 2025. Wil je hier meer van weten wat dit voor u zou kunnen betekenen? Lees dan onze blog.
Lees verder