Deze week besteden we aandacht aan de uitspraak van het College van Beroep waarbij de opvolger van een familiebedrijf alsnog een hogere TVL-subsidie vanwege COVID-19 krijgt toegekend. Daarnaast bespreken we een interessante uitspraak met betrekking tot het effect van de coronapandemie op de hoogte van de huurwaarde met peildatum 1 januari 2019.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de onderneming al langer bestaat, zij het onder een ander KvK-nummer. Voor de bepaling van het omzetverlies moet worden uitgegaan van 2019 als referentieperiode van de overgenomen onderneming.
Aan X is in het kader van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL) € 1000 toegekend. Hierbij is 1 maart 2020 als startdatum van zijn eenmanszaak gehanteerd. Volgens X bestaat het familiebedrijf, dat groepsaccomodaties voor recreatie en bruiloften verzorgt, al sinds 1937. In 2020 heeft X de onderneming overgenomen van zijn moeder. Omdat hij de onderneming drijft in de vorm van een eenmanszaak kreeg hij een nieuw KvK-nummer. Volgens X moet voor het bepalen van de referentieomzet rekening worden gehouden met de omzet van de overgenomen onderneming.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de onderneming al langer bestaat, zij het onder een ander KvK-nummer. Voor de bepaling van het omzetverlies moet worden uitgegaan van 2019 als referentieperiode. Het maakt niet uit dat X de schapenhouderij niet heeft overgenomen. Die marginale tak was namelijk al eerder gestaakt. Het beroep van X is gegrond. Binnen zes weken moet een nieuw besluit op het bezwaar van X worden genomen met inachtneming van de onderhavige uitspraak.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde van een productieruimte aannemelijk maakt. De coronapandemie vormt geen negatief effect, omdat die op 1 januari 2019 nog niet bestond.
X is gebruiker en huurder van een productieruimte. In geschil is de WOZ-waarde naar waarde peildatum 1 januari 2019. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde vast op € 610.000. X komt in beroep en staat een waarde voor van € 435.000.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het eigen huurcijfer niet bruikbaar is. De heffingsambtenaar maakt aannemelijk dat de eigen huurprijs niet op de vrije markt tot stand is gekomen, ver voor de waarde peildatum in 2016. De door de heffingsambtenaar gebruikte huurreferenties zijn voldoende vergelijkbaar, zodat de heffingsambtenaar niet van een te hoge brutohuurwaarde is uitgegaan. De betwisting door X met advertenties van bedrijfspanden die rond oktober 2021 te huur of te koop staan, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. De heffingsambtenaar maakt ook de kapitalisatiefactor aannemelijk, met een bottom-up berekening en een berekening aan de hand van marktgegevens. De stelling van X dat de coronapandemie heeft geleid tot een sterke daling van de verkoopprijzen die voor het bedrijfsobject en daarmee vergelijkbare panden kunnen worden behaald faalt, alleen al omdat op de waarde peildatum (1 januari 2019) van een coronapandemie nog geen sprake was.
Terug naar overzichtGeschreven op 26 Nov 2024
De Tweede Kamer heeft op 14 november 2024 de volgende moties aangenomen die zijn ingediend bij de behandeling van het pakket Belastingplan 2025.
Lees verderGeschreven op 19 Nov 2024
Het nieuwe financieringsstelsel kinderopvang moet eenvoudiger zijn dan het huidige stelsel en de betaalbaarheid van kinderopvang voor ouders verbeteren. Deze doelen staan in de hoofdlijnenbrief ‘Nieuw financieringsstelsel kinderopvang: aan de slag!’ die door staatssecretaris Nobel van Participatie en Integratie naar de Tweede Kamer is gestuurd. De hoofdlijnenbrief dient als beleidsmatige basis voor het wetstraject.
Lees verder