De Hoge Raad oordeelt dat wel degelijk rekening moet worden gehouden met de waardestijging van de woning van X. Ook niet-gerealiseerde vermogenswinsten zijn van belang voor de vermogensrendementsheffing.
X woont in Duitsland en bezit een woning in Nederland, die hij niet verhuurt. X is het niet eens met de box 3-heffing. Op de zitting van het hof stelt X dat het in strijd is met art. 14 EVRM en art. 1 EP EVRM dat de box 3-heffing wordt geheven over de waarde van de woning. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat uit de recente box 3-jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat aan X in afwijking van de Wet rechtsherstel box 3 compensatie moet worden geboden en dat op rechtsherstel gerichte compensatie in beginsel moet aansluiten bij het werkelijk behaalde rendement. Verder moet niet meer worden belast dan de feitelijke genoten directe, gerealiseerde vermogensopbrengst. Met ongerealiseerde vermogenswinsten hoeft geen rekening te worden gehouden. Het hof vernietigt vervolgens de aan X opgelegde IB-navorderingsaanslagen. De staatssecretaris gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat wel degelijk rekening moet worden gehouden met de waardestijging van de woning van X. Ook niet-gerealiseerde vermogenswinsten zijn van belang voor de vermogensrendementsheffing. De Hoge Raad verwijst daarbij naar zijn arrest van 6 juni 2024 en verwijst de zaak vervolgens naar Hof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad geeft dit hof nog mee dat bij de vaststelling van het werkelijke rendement van een woning rekening moet worden gehouden met de WOZ-waarden aan het begin en het eind van het kalenderjaar. Het werkelijke rendement van woningen vindt dan zoveel mogelijk plaats in overeenstemming met het rendementsbegrip van het forfaitaire stelsel in box 3.
Terug naar overzichtGeschreven op 26 Nov 2024
De Tweede Kamer heeft op 14 november 2024 de volgende moties aangenomen die zijn ingediend bij de behandeling van het pakket Belastingplan 2025.
Lees verderGeschreven op 19 Nov 2024
Het nieuwe financieringsstelsel kinderopvang moet eenvoudiger zijn dan het huidige stelsel en de betaalbaarheid van kinderopvang voor ouders verbeteren. Deze doelen staan in de hoofdlijnenbrief ‘Nieuw financieringsstelsel kinderopvang: aan de slag!’ die door staatssecretaris Nobel van Participatie en Integratie naar de Tweede Kamer is gestuurd. De hoofdlijnenbrief dient als beleidsmatige basis voor het wetstraject.
Lees verder