Terechte intrekking corona-regeling voor niet levensvatbare onderneming

De Nationale ombudsman concludeert dat de directeur Belastingen van de Belastingdienst de beslissingen niet voldoende heeft gemotiveerd. X BV is vanwege de structurele betalingsproblemen geen levensvatbare onderneming.

X BV ontwikkelt software en aan haar is bijzonder uitstel verleend vanwege de coronacrisis. De aanvullende voorwaarde is dat wordt voldaan aan alle nieuwe aangifte- en betalingsverplichtingen. Aan X BV is daarnaast regulier uitstel verleend voor twee naheffingsaanslagen van ruim € 19.000. Op 26 juni 2023 is het bijzondere uitstel ingetrokken, omdat X BV achterliep met het betalen van de termijnen en ook niet op tijd en/of volledig had voldaan aan nieuwe aangifte- en betalingsverplichtingen. Hierdoor is ook het reguliere uitstel op 6 juli 2023 ingetrokken. Volgens X BV kan zij de totale schuld van € 530.978 niet in één keer betalen en zij gaat in beroep. X BV klaagt bij de Nationale ombudsman dat de directeur Belastingen van de Belastingdienst afwijzend heeft beslist op haar beroepschriften.

De Nationale ombudsman concludeert dat de directeur Belastingen van de Belastingdienst bij de beoordeling van de beroepschriften een te beperkte formele toets heeft toegepast en – mede daardoor - de beslissingen niet voldoende heeft gemotiveerd. Met de corona-regeling wordt beoogd om gezonde bedrijven overeind te houden. Dit moet altijd mee worden genomen in de besluitvorming met een toereikende motivering. De klacht van X BV is in zoverre gegrond. Het is goed dat de ontvanger persoonlijk contact heeft gezocht met X BV. Toen dat telefonisch niet lukte is helaas niet geprobeerd om op een andere manier persoonlijk contact te leggen. Denkbaar was geweest dat een schriftelijk bericht was uitgegaan naar X BV voor het maken van een afspraak. De enkele stelling van X BV dat het vanaf 2023 weer goed gaat en dat wordt geprobeerd op de schuld in te lopen is niet voldoende. X BV is vanwege de structurele betalingsproblemen geen levensvatbare onderneming. De inhoudelijke beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst is juist. De klacht van X BV is deels gegrond.