Nieuws

13 januari 2025

BELASTINGPLAN 2025: FISCAAL NIEUWS

Deel pagina: 

NIEUW IN BOX 1 (INKOMEN UIT WERK EN WONING)

In de inkomstenbelasting wordt het voorheen gelijke tarief van de eerste en tweede schijf (36,97%) vanaf 2025 verlaagd voor de eerste schijf (35,82%) en verhoogd voor de tweede schijf (37,48%). Het tarief voor de derde schijf blijft gelijk (49,50%) voor alle inkomens boven € 76.817.

NIEUW IN BOX 2 (INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG)

In 2024 werd in box 2 van de inkomstenbelasting een tweeschijven-stelsel geïntroduceerd. Het tarief van schijf 2 wordt in 2025 verlaagd van 33% naar 31%. Vanaf 2025 krijgen dividenduitkeringen invloed op de algemene heffingskortingen (zie hierna). De effectieve heffing kan daardoor hoger uitvallen dan het tarief van 24,5%.

NIEUW IN BOX 3 (INKOMEN UIT SPAREN EN BELEGGEN)

In 2025 blijft het tarief in box 3 op 36%. Over het deel van je spaargeld en/of beleggingen dat boven het heffingsvrij vermogen uitkomt, betaal je belasting. Dit heffingsvrij vermogen stijgt naar € 57.684 per persoon (2024: € 57.000). Voor fiscale partners is dit dus € 115.368 (2024: € 114.000).

Fictief rendement

De belasting in box 3 wordt al sinds jaar en dag gebaseerd op een fictief (forfaitair) rendement, ongeacht het werkelijk behaalde rendement. Op 6 juni van dit jaar oordeelde de Hoge Raad (opnieuw) dat de belastingheffing in box 3 in strijd is met Europees recht. Eenieder die in een belastingjaar een lager rendement haalde dan het fictieve rendement, moet de mogelijkheid krijgen om belasting te betalen op basis van het werkelijk behaalde rendement.

Handhaving forfaitair systeem

Het omstreden forfaitaire box 3-systeem blijft vooralsnog dus in stand. Voor beleggingen en overige bezittingen is voor 2025 een forfaitair rendement van 5,88% voorgesteld (2024: 6,04%). Rendementen op spaartegoeden en schulden worden voor 2025 gebaseerd op gemiddelde spaar- en hypotheekrentes gedurende 2025 (2024: 1,03%). Belastingheffing geschiedt op basis van dit fictieve rendement, tenzij een lager werkelijk rendement is behaald. Bij een hoger rendement is niet meer belasting verschuldigd dan op basis van het forfaitaire systeem. Het kabinet streeft ernaar de heffing op werkelijk rendement vanaf 2027 in te voeren.

Compensatie

Een grote groep belastingplichtigen (waaronder de ‘niet-bezwaarmakers’) komt naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad in aanmerking voor aanvullend rechtsherstel voor box 3. Zij kunnen medio 2025 hun werkelijke rendement opgeven, waarbij het gehele vermogen (direct en indirect rendement) in box 3 moet worden meegenomen.

AOW-LEEFTIJD VANAF 2028 DRIE MAANDEN LATER

Voor de jaren 2024 tot en met 2027 is de AOW-leeftijd 67 jaar. Een eventuele verhoging wordt per vijf jaar voorgesteld. Vanaf 2028 is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden. De AOW is gekoppeld aan het minimumloon en wordt gecorrigeerd op basis van de inflatie.