Afgelopen week is een uitspraak gedaan dat het hof de verklaring over flauwgevallen vrouw in buurt parkeerautomaat niet aannemelijk acht, beroep op overmacht faalt.
Hof Den Haag verwerpt op andere gronden dan de rechtbank het beroep van X op overmacht.
Aan X is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Hij stelt dat sprake was van een overmachtsituatie, omdat een vrouw onwel werd en flauwviel toen hij naar de parkeerautomaat liep. Rechtbank Den Haag acht de verklaring van X aannemelijk, maar ziet geen overmacht, te meer nu X zijn echtgenote had kunnen vragen de parkeerbelasting te voldoen.
Hof Den Haag verwerpt op andere gronden dan de rechtbank het beroep van X op overmacht. Waar de rechtbank de verklaring van X over de flauwvallende vrouw aannemelijk achtte, oordeelt het hof dat X de gestelde noodsituatie niet aannemelijk heeft gemaakt. Zowel de eigen verklaring van X als de getuigenverklaring roepen teveel vragen op. Nu niet aannemelijk is geworden dat de door X geschetste situatie zich heeft voorgedaan, faalt het beroep op overmacht. Het oordeel van de rechtbank dat de aanwezigheid van de echtgenote van X aan een geslaagd beroep op overmacht in de weg stond, berust overigens op een onjuiste rechtsopvatting, aangezien het immers de bestuurder van de auto is die de parkeerbelasting moet voldoen.